Afscheid van Pierre Drouot

Door Manuela Van Werde op 19 december 2017, over deze onderwerpen: Cultuur, Film, Internationaal cultuurbeleid, Media, Sven Gatz, VAF, Vlaams Audiovisueel Fonds, Vlaamse film, VRT
Logo Vlaams Auiovisueel Fonds

Op 1 januari start Erwin Provoost als intendant van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Van zijn voorganger Pierre Drouot erft hij een mooie erfenis, maar ook een werf.

Bij het brede publiek zal de naam Pierre Drouot waarschijnlijk niet veel belletjes doen rinkelen, maar zijn werk des te meer. Onder het bewind van Drouot nam de Vlaamse film de afgelopen 12 jaar een mooie vlucht.  De sector professionaliseerde, het VAF breidde haar werking uit met een Mediafonds (tv-series, docu’s, animatie) en een Gamefonds, het zorgde voor coaching- en impulsprogramma’s, onderhandelde met de overheid over een taxshelter, en vertegenwoordigde met veel succes de sector in het buitenland. Als de Vlaamse audiovisuele industrie buiten onze grenzen nu goed aangeschreven staat, dan is dat voor een groot stuk dankzij het werk van Pierre Drouot en zijn medewerkers in het VAF. Bovendien heeft het VAF een opmerkelijk lage werkingskost, wat mijn bewondering allleen maar groter maakt.  Maar alles kan beter.  

Begin deze maand bezocht ik als lid van de commissie Cultuur van het Vlaams Parlement het Danish Film Institute (DFI) in Kopenhagen. Het budget van DFI is bijna drie keer zo groot als dat van het VAF, maar geld is niet het enige verschil. Het hele ecosysteem voor fictie in Denemarken is op maat gesneden van kwaliteit, eerder dan kwantiteit. 

De Deense filmscholen hanteren een numerus clausus die een beperkt aantal studenten toelaat tot de opleiding tot regisseur, producer of scenarist. In Vlaanderen studeren meer film- en filmmakers af dan de markt aankan. Het Danish Film Institute zet die strenge selectie verder door te mikken op producties die beter te verkopen vallen, zowel internationaal als in verschillende formaten. Dat doen de Denen door 40% van hun budget in te zetten op ontwikkeling. Het resultaat is dat  de Denen veel meer dan wij hun films en tv-series exporteren, iets wat Vlaanderen tot  voorbeeld moet strekken.

Ontwikkeling betekent ook nadenken over exploitatie in diverse formats. TV-series die enkel en alleen voor het web geproduceerd worden, zijn echt geen uitzondering meer. Technologische veranderingen vormen wellicht de grootste uitdaging die Erwin Provoost te wachten staat. Hij moet de sector klaarmaken voor een tijdperk waarbij de traditionele rollen en functies van producer, zender en distributeur vervagen. Het samenspel tussen tv-omroepen en de onafhankelijke producenten is essentieel om een vernieuwd ecosysteem in een klein taalgebied als het onze in stand te houden.

Iedereen zal zijn steentje moeten bijdragen, ook de Vlaamse overheid.  Pierre Drouot gaf bij zijn laatste bezoek aan het Vlaams Parlement mee dat er meer middelen nodig zijn om de Vlaamse fictie tot het gewenste niveau en volume op te tillen.  

Ik ben ervan overtuigd dat de nieuwe VAF-intendant minister voor Cultuur en Media Sven Gatz hieraan tijdig zal herinneren, en wens hem veel succes. En Pierre Drouot? Die bedank ik uit naam van de Vlaamse kijkers.

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is