U bent hier
Bedenkingen bij de beleidsbrief Onroerend Erfgoed
Elk jaar rond deze tijd stellen de ministers hun beleidsbrieven voor, waarin ze een soort tussenstand opmaken van hun beleid, en een voorschot nemen op wat het volgende werkjaar op de agenda staat. De commissieleden onderwerpen die nota's aan een kritische lezing, en dat was dit jaar niet anders. Mijn bijzondere belangstelling ging uiteraard uit naar de beleidsnota Onroerend Erfgoed van minister Bourgeois.
Een volledig verslag van mijn tussenkomst vind je hier, maar onderstaand vat ik alvast één en ander samen.
Positieve elementen:
- voorzetting beleid de oprichting en ondersteuning van de intergemeentelijke erfgoeddiensten
- voortzetting actualisatie en aanvulling van de inventaris bouwkundig erfgoed
- de invoering van fiscale maatregelen en de erfgoedlening
- de organisatie van een meesterproef voor de herbestemming van beschermd erfgoed samen met de Vlaamse Bouwmeester
- een aanpassing van de bufferzones voor UNESCO-werelderfgoedsites
- een duidelijk kader voor werken binnen beschermde dorpsgezichten
Enkele vragen / opmerkingen aan de minister:
- de ingezette koerswijziging is nog niet afgerond
- koudwatervrees rond nieuwe regels archeologie, zowel bij de ontwikkelaars als bij de archeologen.
- opletten voor dubbel werk archeologen / administratie
- afwegingskaders moeten duidelijkheid scheppen
- is verfijnen premiestelsel nodig?
- is er bijkomend onderzoek nodig naar economische return erfgoed?
- Herita 2.0 (zie eerdere bijdragen op deze website)
Mijn wens voor het beleid:
2016 is een overgangsjaar, dus moet 2017 het jaar van de doorbraak worden.