U bent hier
Mijn Hall of Fame

Deze week klaagt collega Yamila Idrissi (sp.a) in een vraag aan minister voor cultuur Sven Gatz het seksisme en genderongelijkheid in de kunst- en cultuursector aan.
Ze baseert zich daarvoor op een studie van de Universiteit Gent, en een artikel met getuigenissen in het tijdschrift Rekto:Verso. Meer over de studie vind je hier, het stuk in Rekto:Verso hier .
Het is inderdaad frappant dat het overwicht van vrouwelijke studenten in relevante studierichtingen en de grote instroom in de sector zich niet genoeg vertaalt in leidinggevende posities. De anekdotes zoals Rekto:Verso er een aantal oplijst, zijn illustratief voor de problematiek.
Ze tonen ook aan dat de sector van de kunst & cultuur niet voorop loopt in de strijd tegen seksisme en voor gelijke kansen. Hetzelfde geldt voor diversiteit. Een pak Vlaamse KMO’s doen het wat dat betreft heel wat beter, in alle stilte, zonder zich in de media op te werpen als moraalridders.
Meisjes en jonge vrouwen die een toekomst willen uitbouwen in de kunsten hebben mijn volle steun. Ik zou hen aanraden zich te laten inspireren door voorbeelden die wél het glazen plafond in de cultuursector doorbroken hebben.
Op het gevaar af een paar namen over het hoofd te zien: Jeanne Brabants (stichtster Ballet van Vlaanderen), theaterdirecteurs zoals Ivonne Lex, Barbara Wyckmans en Els De Bodt, Leen De Meerleer (directeur Kunsthuis – opera & ballet), Mieke Renders (directeur De Brakke Grond), Elviera Velghe van het Fotomuseum Antwerpen, Anne-Teresa De Keersmaecker (choreografe), Klaartje Heiremans (zakelijk directeur het Toneelhuis), Eva Bal (pionier van het jeugdtheater in Vlaanderen) en Chantal Pattyn (cultuurmanager VRT).