U bent hier
Wij, Antwerpenaren, hebben een hart van steen

In het Vlaams parlement volg ik de regelgeving voor onroerend erfgoed op, waar archeologie een onderdeel van is. Maar niks is interessanter dan de toepassing van die regelgeving in de praktijk te zien. En waar kan ik daar beter voor terecht dan in mijn eigen stad waar Johan Veeckman, hoofd van de archeologische dienst en stadsarcheoloog Tim Bellens me begeleiden op een archeologische site.
In Antwerpen zijn we bezig met het Masterplan Scheldekaaien, de heraanleg van de 6,7 km lange kaaistrook. Ook al is er een groot gedeelte prachtig heraangelegd, het werk is nog lang niet af. Een stuk oude kaai opbreken, betekent meteen: archeologisch en historisch onderzoek. Een heel interessante site die momenteel blootgelegd wordt, is de plaats net achter Het Steen, ter hoogte van de Zakstraat. Daar is onze stad namelijk ontstaan en daar vinden we nu de sporen terug van een Middeleeuwse burcht. Stel je dat stukje twaalfde-eeuws Antwerpen voor als een stenen muur in de vorm van een D. Binnen die burchtmuur stonden een aantal (oorspronkelijk) houten gebouwen, denk aan woningen, een tolhuis, een munthuis … Het hout is natuurlijk grotendeels vergaan maar toch hopen we er nog aanduidingen van te vinden, misschien zelfs van een houten bestrating: een ‘knuppelpad’.
Wat nu blootgelegd wordt, zijn gedeeltes van die massieve stenen burchtmuur van kalksteen uit Doornik. Fascinerend hoe 10 eeuwen geschiedenis leesbaar blijft in de ondergrond. Tot eind maart ’22 wordt er nog in de aarde gewroet, daarna wordt het grootste gedeelte van de opgravingen weer toegedekt. Al blijft bij de heraanleg van dit gedeelte een stuk van de oude burchtmuur gelukkig zichtbaar. Wij Antwerpenaren leggen ons ‘stenen hart’ bloot voor iedereen, trap er niet op. Grote dank aan Johan Veeckman en aan Tim Bellens, die een prachtig boek schreef: ‘Antwerpen, een archeologische kijk op het ontstaan van de stad’, zeer de moeite !